AOW-leeftijd omhoog. Gevolgen voor pensioenopbouw.

3 juni 2011 | Alle artikelen

3 juni 2011 – Niet alleen de AOW-leeftijd gaat naar 66 jaar, ook het Witteveenkader wordt al in 2013 aangepast als het kabinetsvoorstel (wetsvoorstel is inmiddels ingediend) kracht van wet krijgt. Wat dat concreet betekent leest u hier.

Minder pensioenopbouw per jaar
Per 1 januari 2013 worden de maximale opbouwpercentages verlaagd van 2% naar 1,75% voor eindloonregelingen en van 2,25% naar 2% voor middelloonregelingen. Dit betekent dat er meer dienstjaren nodig zijn om een pensioen van 70% van het laatstverdiende loon te bereiken. In de huidige situatie is het mogelijk om in 35 jaar een pensioen ter hoogte van 70% van het laatstverdiende loon op te bouwen. In de nieuwe situatie zijn 40 dienstjaren nodig. Daarnaast is de opbouw gericht op een pensioen dat bij het bereiken van de 66-jarige leeftijd ingaat.

Met deze aanpassingen wordt de samenhang met de AOW-leeftijdsverhoging naar 66 jaar beoogd. Al in 2013 wordt de fiscale behandeling van de pensioenopbouw via het Witteveenkader aangepast. De richtleeftijd wordt dan 66 jaar.

Derde pijler
Het maximale premiepercentage voor pensioenopbouw in de derde pijler – (al dan niet bancaire) lijfrenten – wordt overeenkomstig de inperking van de fiscale maxima voor de tweede pijler aangepast. Dit betekent dat het maximale premiepercentage in de derde pijler wordt verlaagd van 17% naar 14,5%.

Bron: vbnet.nl

© 2004 - 2024 - Mollema Pensioen Consultancy.
Ontwikkeld door Convident