Doorbeleggen tijdens pensioenuitkering

4 maart 2015 | Alle artikelen

4 maart 2015 – Op dit moment is er een hoofdlijnennota ‘Optimalisering wettelijke kader premieovereenkomsten’ met een aantal verbetervoorstellen voor premieover-eenkomsten. Bij premieovereenkomsten moet op de pensioendatum het pensioen aangekocht worden. De huidige lage rentestand zorgt voor teleurstellende reacties.

Groei premieovereenkomsten
In 2014 hebben ongeveer 470.000 deelnemers een premieovereenkomst. Het aantal deelnemers met een premieovereenkomst neemt de laatste jaren snel toe. In 2013 namen ongeveer 330.000 mensen hieraan deel. Het aantal deelnemers met een premieovereenkomst groeide in één jaar tijd met ruim 42%!

Optimalisering pensioenresultaat premieovereenkomsten
Volgens de Pensioenwet moeten deelnemers aan een premieovereenkomst uiterlijk op de pensioeningangsdatum het opgebouwde pensioenkapitaal in één keer omzetten in een pensioenuitkering. Hierdoor is de hoogte van de pensioenuitkering afhankelijk van de rente op het moment van pensionering. De beleggingshorizon van een deelnemer wordt op deze manier verkort, omdat in de uitkeringsfase géén beleggingsrisico meer genomen kan worden. Ook moet al vóór de pensioeningangsdatum het beleggingsrisico worden afgebouwd.

Door de verplichte omzetting van het beleggingskapitaal in een gegarandeerd levenslang pensioen en de vroegtijdige afbouw van het beleggingsrisico, wordt de beleggingshorizon onnodig verkort. Onnodig rendementspotentieel gaat op deze wijze voor de pensioengerechtigde verloren. Het kabinet heeft de wens het pensioenresultaat voor deelnemers met een premieovereenkomst te verbeteren.

Verbetervoorstellen
De kern van de verbetervoorstellen is dat deelnemers met een premieovereenkomst ook in de uitkeringsfase beleggingsrisico’s mogen nemen. De deelnemer kan voor zijn levenslange pensioenuitkering kiezen uit:

  • een gegarandeerde uitkering;
  • een uitkering die afhankelijk is van een individuele beleggingsstrategie;
  • een uitkering die geheel of gedeeltelijk afhankelijk van collectieve beleggingen.

In het laatste geval treedt de deelnemer voor of op de pensioendatum toe tot een collectief, waarin gepensioneerden zowel het beleggingsrisico als het langlevenrisico met elkaar delen. In de hoofdlijnennota wordt ook de mogelijkheid uitgewerkt om de toetreding tot het collectief geleidelijk te laten plaatsvinden gedurende een periode van maximaal tien jaar voorafgaand aan de pensioenrichtleeftijd.

Om de uitkering bij beleggen schokbestendig te maken moeten deelnemers positieve- of negatieve beleggingsresultaten over een langere periode uitsmeren. In de nota wordt hiervoor een termijn genoemd van vijf jaar.

Vervolgtraject
In het voorjaar zal het kabinet een voortgangsbrief naar de Tweede Kamer sturen. Het kabinet streeft naar aanpassing van de wetgeving per 1 januari 2016.

Onze opmerking
De voorstellen zijn met name geschreven vanuit de positie van pensioenfondsen. Voor pensioenverzekeraars is het doorbeleggen na pensioendatum zoals voorgesteld vrijwel niet uitvoerbaar, tenzij op portefeuille-niveau nieuwe productinvullingen komen. Onze verwachting is dat dit binnen vijf jaar realiteit kan zijn.
Daarbij zal door verzekeraars dan ook mogelijk met een schuin oog naar het nieuwe FTK worden gekeken met het oog op uitkeringsovereenkomsten waarbij, net als bij pensioenfondsen gaat gebeuren,  de pensioenuitkeringen en -aanspraken meebewegen met de dekkingsgraad van het fonds.

© 2004 - 2024 - Mollema Pensioen Consultancy.
Ontwikkeld door Convident